Terug naar alle artikelen
Hoe feminisme mannen rust geeft

Hoe feminisme mannen rust geeft

Mannen moeten inderdaad wat vaker hun mond houden als het over zo’n beetje alles gaat, behalve over feminisme. Dit stelt filosoof, en docent bij The School of Life, Frank Meester in zijn nieuwe boek Feminisme voor mannen en andere wezens dat op 7 november 2023 uitkomt bij Uitgeverij Ten Have. Want hoewel mannen over bijna alle onderwerpen nog steeds het hoogste woord hebben, hoor je ze nauwelijks over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. En als er al mannen zijn die dat doen, dan redeneren ze die ongelijkheid meestal juist weg. Daarom besloot Frank een boek te schrijven over feminisme, gericht aan andere mannen. In het boek vertelt hij op speelse, serieuze en persoonlijk wijze over de belangrijkste feministen en wat zij eigenlijk zeggen tegen mannen. Moet de man zichzelf opnieuw uitvinden? En wat moet hij eigenlijk doen met gedrag en voorkeuren die nu opeens als fout mannelijk gelden (maar waar de man in kwestie wel aan gehecht is)? In deze voorpublicatie lees je alvast een hoofdstuk uit het boek en kom je erachter hoe het feminisme mannen rust kan geven.

Frank Meester

Als man voelde ik me lang verplicht om overal wat vanaf te weten, zeker als filosoof. Over dat laatste ben je misschien verbaasd. De filosoof staat immers niet zozeer bekend om zijn kennis als wel om het stellen van vragen. Dat komt vooral door Socrates. Over hem gaat het verhaal dat het Orakel van Delphi had gezegd dat er niemand wijzer was dan Socrates. Toen Socrates dit ter ore kwam was hij verrast. Hij zag zichzelf juist als iemand die niets wist, hoe kun je dan de wijste mens zijn? Hij besloot mensen die bekendstonden om hun kennis en wijsheid te gaan ondervragen. Door zijn slimme ondervragingstechniek lulden al deze mensen zich uiteindelijk klem en moesten ze hem het antwoord schuldig blijven. En zo kwam hij erachter dat deze zogenaamd wijze mensen in werkelijkheid niets wisten. Daarom was hij het toch eens met de conclusie van het Orakel van Delphi: hij wist eigenlijk niets, maar hij was toch net iets wijzer dan de andere mensen omdat hij ten minste wist dat hij niets wist. In de dialogen van Plato, waarin Socrates altijd de hoofdrol speelt, komt hij volgens velen inderdaad zo naar voren: als iemand die het zogenaamde weten van anderen onderuithaalt door er zijn eigen niet-weten naast te plaatsen.

Toch kom ik zelf tot een andere conclusie over de rol van Socrates als ik die dialogen van Plato lees. Hij stelt misschien wel veel vragen, maar het zijn eigenlijk meer stellingen waarmee hij zijn eigen mening doordrukt. Hij heeft al een vooropgezette mening, en door de juiste vragen te stellen, legt hij die de ander in de mond. Dat zie je ook aan de antwoorden van zijn gesprekspartners. ‘Bij Zeus, je hebt gelijk’ of ‘Zo is het, Socrates’ zeggen zij. Zij zijn er dus vooral om zijn briljante uitspraken en retorische vragen te bevestigen. Wat dat betreft staan de meeste filosofen inderdaad in de traditie van Socrates: ze hebben hun mond vol van vragen stellen en verwondering, maar in de praktijk willen ze vooral vertellen hoe het zit. Jean-Paul Sartre was ook zo iemand. Op grond van het feit dat hij een metafysisch filosofisch boek had geschreven met de titel Het zijn en het niet meende hij werkelijk over elk onderwerp mee te kunnen mekkeren: van de toenmalige oorlog in Algerije, de problematiek van de arbeiders in een Renaultfabriek, tot en met de Italiaanse kunst, hij had er een oordeel over. Dat zegt de titel van zijn boek natuurlijk al, die dekt namelijk echt alles, niet alleen alles wat is (het Zijn), maar ook nog eens alles wat niet is (het Niet).

Ik moet eerlijk zeggen dat daar voor mij een grote aantrekkingskracht van uitging. Ik las de biografie van Jean-Paul toen ik achttien was als een spannende roman over het leven van een held. Door dit boek ging ik filosofie studeren. In mijn dromen was ik in gesprek met journalisten van kranten en actualiteitenprogramma’s, waarbij ik de waan van de dag duidde door deze in een groter historisch en filosofisch kader te plaatsen. Ik zag mezelf in de toekomst als filosoof dus niet zozeer als een nietswetende vragensteller, maar veeleer als een alleswetende antwoorder. Dat ik niet de enige was die de filosoof zo zag, bleek bijvoorbeeld uit een opmerking die ik kreeg na een lezing over toeval die ik samen met mijn broer Maarten gaf. Mijn broer beweerde tijdens die voordracht dat in de kwantummechanica ruimte is voor toeval. Ik antwoordde dat ik daarvoor niet genoeg van kwantummechanica begreep en sneerde: ‘en jij eigenlijk ook niet!’ Na de lezing kwam er iemand naar mij toe die vond dat ik als filosoof die kwantummechanica toch echt wel moest begrijpen. Ik vond op dat moment dat hij gelijk had en schaamde me een beetje voor mijn onwetendheid. En eerlijk gezegd heb ik altijd de druk gevoeld om overal wat vanaf te weten en er iets over te moeten kunnen vertellen.

In werkelijkheid zijn er uiteraard veel en veel meer dingen waar ik niets vanaf weet dan waar ik wel iets over kan vertellen. Ik heb simpelweg niet genoeg parate kennis om samenhangende betogen te houden over de dingen die ik tegenkom. Ik las en lees wel ontzettend veel, maar om eerlijk te zijn vergeet ik de helft (eigenlijk veel meer dan de helft). Dat was altijd redelijk frustrerend. Ik probeerde dan toch in ieder geval nog iets leuks te kunnen vertellen vanuit mijn verbeelding. Door grappige associaties of iets dergelijks. Een enkele keer werkte dat wel, maar vaak ook helemaal niet.

Het was dan ook een verademing toen ik de tekst Mannen leggen me altijd alles uit van Rebecca Solnit las. Ze vertelt daarin dat ze op een feestje is met een vriendin. Wanneer de gastheer hoort dat ze schrijver is, vraagt hij haar en haar vriendin nog even te blijven. Hij wil na afloop graag nog met hen praten. Als ze gedrieën overblijven, vraagt hij haar waar haar laatste boek over gaat. Ze heeft nog niet geantwoord of hij begint al te mekkeren over dat onderwerp. Er is een fantastisch boek over verschenen, zo vertelt hij. Hij doet net alsof hij er alles van weet en vraagt niets aan haar, terwijl zij toch de auteur van een boek over dat onderwerp is. Uiteindelijk blijkt hij dat fantastische boek waar hij het over heeft helemaal niet gelezen te hebben, maar alleen een recensie ervan in de New York Times en – je raadt het al – het blijkt om Solnits eigen boek te gaan. Wanneer Solnit later een beschrijving van dit voorval online plaatst, krijg ze daar ontzettend veel reacties op van vrouwen die net zoiets hebben meegemaakt. Later zal voor dit fenomeen de term mansplaining zijn intreden doen.

Voor mij was het essay van Solnit in ieder geval een eye-opener. Het was fijn om te merken dat ik niet de enige was (al wist ik dat eigenlijk natuurlijk al wel), maar vooral om te beseffen dat de meeste mensen het helemaal niet zo leuk vinden om steeds maar de les gelezen te krijgen door een (witte) man. Bedenk dus dit, je hoeft als man helemaal niet alles te weten. En als je iets weet, hoef je het niet direct te vertellen. Je kunt gewoon rustig je mond houden en naar anderen luisteren. Dat is heel fijn en maakt het leven een stuk prettiger. Voor anderen, maar zeker ook voor jezelf. Want het is ontspannen en je hebt er nog veel meer succes mee ook, zo merkte ik al snel toen ik niet lang nadat ik het boek van Solnit had gelezen op een feestje met iemand aan de praat raakte. Ik had me door het boek voorgenomen om nou eens niet direct zelf van alles te vertellen. Ik probeerde alleen maar echt goed te luisteren en vragen te stellen. Ik nodigde deze persoon daardoor uit steeds meer over zichzelf te vertellen. En dat werkte voortreffelijk. Ik hoefde niets te zeggen, alleen af en toe een vraag te plaatsen. Als ik geen vraag wist te bedenken, herhaalde ik gewoon met een nadenkende blik de laatste paar woorden van de ander, waarop die enthousiast verder praatte. En zo kwam het dat ik aan het einde van de avond eigenlijk helemaal niets had verteld over mijn eigen leven, over mijn opvattingen of over wat ik allemaal wist, en mijn gesprekspartner toch tegen mij zei: ‘Dank voor dit fijne gesprek. Ik heb niet vaak zo’n interessant persoon ontmoet.’

 

Meer lezen?

Kom naar onze winkel op het Frederiksplein 54 in Amsterdam om het nieuwe boek van Frank Meester, Feminisme voor mannen en andere wezens, te kopen of bestel het alvast online.

Over de auteur

Frank Meester

Frank Meester is filosoof en publicist. Hij schreef twaalf boeken, waaronder de filosofische bestseller Meesters in de filosofie (2005)

Bekijk

Collegejaar

Online Collegejaar: Grote denkers

Wil je toch luisteren naar wat Frank allemaal wél weet? Hij is een van de docenten van ons Online collegejaar: Grote denkers. Leer in een jaar tijd over de ideeën en werken van de belangrijkste denkers uit de filosofie, psychologie, literatuur, beeldende kunst en meer.

Datum2023-12-16
LocatieOnline
PrijsNiet geprogrammeerd

By The School of Life

Deel dit artikel